Ineens was het dan toch zover. Mijn moeder viel in de gang van het verpleeghuis en veertien dagen later was ze dood.
In de kreukels
Op 2 april werd ik gebeld dat mijn moeder in het verpleeghuis gevallen was, van alles had gebroken en met een ambulance naar het ziekenhuis zou worden gebracht. Ik sprak met mijn zuster af dat zij het vervoer zou begeleiden en ik in het ziekenhuis onze moeder zou opvangen.
Na allerlei onderzoeken werd beslist dat mijn 95-jarige moeder sterk genoeg was – het ging vooral om het hart, begreep ik – om een operatie te doorstaan en dus gingen ze aan de slag. Wat er na zo’n val, waarbij mijn moeder heup, been en elleboog brak, op een 95-jarige afkomt, kunnen lichaam en geest eigenlijk niet meer aan.
Geoliede machine
Twee dagen later mocht ze weer naar het verpleeghuis terug en weer begeleidden mijn zuster en ik haar, dit keer in de omgekeerde richting. Ik kan niet anders zeggen dat de betrokken instellingen nauwkeurig te werk gingen. Als een geoliede machine. Ik schreef al eerder dat ik onder de indruk van de zorg in dit verpleeghuis was, dat gevoel werd alleen maar versterkt.
Op de uitkijk
Zo stond ik ‘s avonds laat alleen – niemand te zien – in het verpleeghuis op de ambulance en de terugkeer van mijn moeder te wachten. Bij de ingang is een corridor waarbij de deuren om de beurt sluiten om de kou buiten te houden. Het lukte mij met mijn pasje om ín de corridor te komen, maar niet eruít het gebouw in. Een toevallige passant maakte de deur voor mij gelukkig open. Ik hield nu de tweede deur zelf open en zocht intussen iets dat ik tegen deze deur aan zou zetten, voor als de ambulance kwam. De eerste deur zou ik voor de ambulance broeders open maken. Toen de ambulance aan kwam rijden, kwam er een verpleegkundige in alle rust aangelopen. ‘Ik zag ze aankomen, ik was gewaarschuwd, we stonden op de uitkijk.’
Ik was onder de indruk.
Hulp
Vervolgens moest ik helpen mijn moeder van de brancard af op het bed over te hevelen, wat niet helemaal vanzelf ging. Dat verbaasde mij, want het leek mij dat ambulance personeel niets anders doet: van het bed op de brancard en terug en er tussenin rijden.
Ontsteking
In de dagen erna opstond een ontsteking en weer gingen we op en neer naar het ziekenhuis. Nu was er geen oplossing meer mogelijk, zeiden de artsen. Er werd met onze toestemming, besloten tot ‘palliatieve medicatie’. Dat betekent dat er vooral ‘comfort’ aan de patiënt wordt geboden. Veel pijnstillers dus. De arts voegde ons nog toe ‘dat dit geen maanden meer ging duren’.
Contact
Af en toe hadden mijn moeder en ik daarna nog contact. Dat wil zeggen, tussen de werking van de pijnstillers door. Ze meldde me dat ze er klaar mee was, met dit leven. Want ‘zeg nou zelf, dit is toch geen leven meer?’ Ik kon er niet omheen het te beamen.
Ze begon eten en te drinken te weigeren. Enkele dagen later overleed ze.