In Salzburg heb je de zogeheten Augustiner Bräustübl. Dat is een voormalige abdij/brouwerij waar je inmiddels lekker bier kunt drinken. En lekkere hapjes kunt eten. Er komen uitsluitend lokale, echte Oostenrijkers, overwegend oudere mannen, met van die veertjes in hun hoeden. En een enkele vrouw. Het is een belevenis. Een echte Óostenrijkse belevenis.
Je komt binnen via de voormalige kloostertuin. De trap op en eenmaal binnen is het eerste dat je doet een bierpul pakken. Naar jouw maat, bijvoorbeeld een halve liter of een liter. Deze pul is nog leeg, welteverstaan. Vervolgens koop je bij de kassa een bon voor de inhoud. Daarna spoel je de pul eerst bij een fontein om, om daarna je bon achter de kassa in te leveren en met schuimend bier te laten vullen. Vervolgens loop je met je met bier gevulde pul naar een van de drie enorme zalen (er is onderscheid tussen roken en niet-roken) en ga je aan een van de lange tafels zitten, temidden van de talloze Oostenrijkers.
De Oostenrijkers zitten aan het eind van een kennelijk harde werkdag, hier gezellig uit te blazen, net als in een stamkroeg. Als gezegd, hier komen voornamelijk mannen, je ziet slechts een enkele vrouw.
In de gangen naar de zalen toe is het een drukte van belang, ook omdat daar talloze nissen zijn, waar je hapjes kunt kopen: kaas , worst, garnalen, een halve kip, gezouten brood, vleessalade, enzovoort.
En, we hadden geluk, die dag dat wij er waren, op die besneeuwde winterdag in januari, was er live muziek, für die Liebe Stammtisch Brüder Und -Schwestern, von der “Eisenbahner Tanzlmusi” und den “De Zwoa z’sammg’fundenen”. En het bier was voor de halve prijs! De hele middag en avond happy hour!
Gedurende ons verblijf in de Augustiner Bräustübl, liep er een pater langs de tafels. Hij gaf iedereen een hand, maakte een praatje en door naar de volgende. Ook voor ons, Nederlanders, had hij enkele vriendelijke woorden over.