A ‘Near Miss’ (10): Brand!

In de rubriek ‘A Near Miss’, een bijna ongeluk. Hier het relaas van een bijna brand…

Toen ik vier jaar oud was, misschien vijf, heb ik het ouderlijk huis bijna in brand gestoken. Dat zat zo: ik was in die dagen vaak vroeg wakker. Mijn kleine zusje, die rond de zes maanden oud geweest zal zijn, sliep doorgaans beneden in de woonkamer in de wandelwagen om te voorkomen, naar ik later hoorde, dat iedereen door haar vroege gehuil wakker zou worden.

Aansteker

Op een ochtend ging ik naar beneden en keek de kamer rond. In die dagen – de jaren vijftig van de vorige eeuw – was het heel normaal dat men sigaretten rookte, ook vrouwen. De aansteker van mijn moeder intrigeerde me. Tenslotte was ik een vierjarig, opgeschoten jongetje. Het lukte me hem te ontsteken.

Onheil

Het onheil kon niet uitblijven: de krant op de bank waarop ik met de aansteker zat te spelen, vatte vlam. Wat zal ik geschrokken zijn, ik herinner me dat niet. Wat ik me nog wel herinner is dat ik meteen kans zag met voor een kind van vier een enorme tegenwoordigheid van geest, het vuur te doven, door het kussen van de bank om te draaien en daarmee het vuur te smoren. Het vuur ging aldus gelukkig meteen uit. Je moet er niet aan denken wat er gebeurd zou zijn als dat niet niet gelukt was:  het huis gaandeweg in brand, eerst de bank, daarna de gordijnen, de hele huiskamer met daarin de slapende baby. Het hele huis…? Wat een geluk dat het vuur van de brandende krant gesmoord kon worden en meteen doofde.

Driezitsbank

Dit is gelukkig niet gebeurd…

De schade aan het omgedraaide kussen dekte ik toe door het te ruilen met het kussen van de andere hoek. Wat me bijstaat is dat de beide buitenste kussens – het was een driezitsbank – spiegelbeeldig waren en dat als je ze verwisselde, ze omgedraaid weer precies in de bank paste. De linker plaatste ik rechts, de andere links. Ik denk niet dat ik de intentie had de boel te verbloemen, zo zag het er gewoon netter uit. De kamer moet blauw van de rook hebben gestaan. Maar ik ging gewoon weer slapen. 

Toen mijn vader en moeder ’s ochtends beneden kwamen moeten ze zich rotgeschrokken zijn. Ze ondervroegen mij erover en ik gaf toe dat ik de blauwe rook in de kamer had veroorzaakt. 

Nieuwe tas

Mijn moeder had net een nieuwe tas gekocht en zou hem dragen bij een of ander event waar ze deze dag samen met mijn vader naar toe zou gaan. Wat waren ze boos op me. De schoonmaakster (ze heette Agaath weet ik nog) zag in de loop van de ochtend dat het kussen aan de onderkant ook nog eens geschroeid was. Het is nog jaren zo blijven liggen.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *