Al eens in Berlijn geweest? Ik ben er om precies te zijn drie keer geweest. De eerste keer was 1979, midden in de tijd van de Koude Oorlog. Met de auto reden we twee uur door de ‘corridor’ tussen West-Duitsland en West-Berlijn. De grensovergangen met daar tussenin het ‘niemandsland’, waren een belevenis op zich. In West-Berlijn maakte de Muur de meeste indruk. Daarna de Brandenburger Tor, waar we alleen vanaf een verhoging naar konden kijken, over de Muur heen. Het was op die plaats waar president Kennedy in 1963 zijn gedenkwaardige toespraak hield met daarin de historische woorden “Ich bin ein Berliner!”
Ook ben ik bij die gelegenheid naar Oost-Berlijn gegaan, langs Checkpoint Charlie. De DDR bestond op dat moment precies dertig jaar. Om dat te vieren hingen in Oost-Berlijn overal enorme posters, billboards, met daarop de twee elkaar kussende toenmalige leiders van respectievelijk de Sovjet-Unie en de DDR, Leonid Breznjef en Erich Honecker (de zogeheten socialist fraternal kiss – getsie!).
Later werd dat op de Muur aan de Westkant een karikatuur, met de woorden: “Mein Gott, hilf mir diese tödlicheLiebe zu überleben”.
We zagen veel gewapende militairen op straat. Je kon ze goed zien omdat de brede straten verder geheel verlaten waren. Hier en daar zag je een enkele Trabant of Lada geparkeerd staan. Ook de oorlogsruïnes, zoals gebombardeerde kerkgebouwen met daarin opgroeiende bomen en struiken, op dat moment bijna vijfendertig jaar na de oorlog, maakten een onuitwisbare indruk.
Het was een indrukwekkend bezoek. De naargeestigheid van Oost-Berlijn aan de ene kant en de Westerse uitbundigheid binnen de West-Berlijnse enclave, was schrijnend.
In 2008 was ik er weer. Ik was uitgenodigd het WK Allround schaatsen bij te wonen. De Muur was negentien jaar daarvoor gevallen en we konden nu de stad dan ook in zijn geheel bezoeken. We zagen stukjes Muur, de inmiddels herbouwde kerken, het spoor door de stad dat aangaf waar de Muur had gestaan en natuurlijk het verkeer dat nu vrijelijk onder door de Brandenburger Tor kon doorrijden. En als toeristische attractie: Checkpoint Charlie. Een klein armetierig gebouwtje waar het tijdens de Koude oorlog allemaal om draaide.
In 2010 was ik weer even terug. Dit keer voor een congres over bloedtransfusie. We logeerden in hotel Adler, bij de Brandenburger Tor, aan de voormalig Oost-Berlijnse kant. Ik zat met de voorzitter van het congres, een Duitser, op het terras. We keken naar de Brandenburger Tor. Hij zei mij dat hij sidderde bij het idee dat hij hier nu aan deze kant van de Brandenburger Tor zat. Tot voor kort was Duitsland gedeeld door de muur en het IJzeren Gordijn en was het onmogelijk op deze manier naar de Brandenburger Tor te kijken. Hier had hij van gedroomd en het was er toch van gekomen.
In Berlijn vóél je als het ware de geschiedenis. De contemporaine – hedendaagse – geschiedenis. Je voelt de energie van wat hier allemaal recent gebeurd is om je heen: de aanloop naar de Tweede Wereldoorlog, namelijk de duizenden juichende Duitsers op aangeven van Hitler: “wollt Ihr den totalen Krieg?”, het einde van de oorlog door de bezetting van Berlijn en de volledige verslagenheid in meerdere opzichten en de splitsing daarna, namelijk het kruitvat dat deze splitsing opleverde en die tot 1990 duurde.
Eén reactie op “Berlijn”