Categorie archieven: Bewustwording
Sammie
Vandaag, 8 juli 2014, is mijn eerste kleinkind geboren. Het is een meisje en ze heet Sammie. Wat een alles verzengende vreugde! Wat een hartverwarmende bijzonderheid. Moeder en kind maken het goed, zoals dat heet.
Zo’n zeven tot acht maanden lang kon ik inmiddels aan dit idee van een kleinkind wennen, maar het werkelijk geboren worden en geboren zijn, is toch echt een heel ander gevoel. Zo weinig als ik geïnteresseerd ben in baby’s in het algemeen – wat moet ik er mee? – zo overgeïnteresseerd ben ik nu. Zo anders voelt het aan. Dit is niet zo maar een baby, dit een afstammeling van mij!
Ik mocht het kleine wurmpje al na anderhalf uur na de geboorte vasthouden en het gevoel van vreugde over dit wonder is meer dan allesoverheersend. Hier ligt nieuw leven in mijn armen, net uit de baarmoeder en volkomen onwetend van alles wat er om haar heen gebeurt.
Sammie is de naam van de nieuwgeborene, zo zei ik al hierboven. Alleen dat al is een feest.
Alles zit erop en eraan, zoals hele kleine vingertjes met hele kleine echte nageltjes. Niet te lang niet te kort, alsof ze net geknipt zijn. Zo mooi! Het lukt me niet om boven de typische geboortenclichés uit te stijgen.
Vanaf nu is ze er altijd. Ze is een factor in mijn leven.
(Voor mijn belevenissen met Sammie klik hier voor mijn blog ‘Mijn Oirs’.
Praten met mijn vriend de zee
Je kent het wel, van die mensen die met bomen praten. Prinses Irene deed dat, bijvoorbeeld, onder meer in Zuid Afrika. Er werd en wordt vaak heel neerbuigend over gedaan, maar bij mij heeft het altijd een snaar geraakt. Ik vind het wel interessant. Ook ik heb een ervaring waarin míj zoiets overkwam.
Het was 2001. Op een goede dag stond ik aan de vloedlijn van het Scheveningse strand. Ik ben altijd gefascineerd geweest door de zee, in meerdere opzichten. Ik heb in een eerdere blog daar al eens over geschreven. Het was een doordeweekse dag, niemand in de buurt.
Terwijl ik aan de vloedlijn stond, kwam de zee op me af. Aan rollende golven. Ik bedacht me dat als ik nou eens precies op de vloedlijn zou gaan staan, de zee me zou omspoelen zonder me nat te maken. Heb vertrouwen, dacht ik.
Zo stond ik dus aan de vloedlijn en zei tegen de zee: “ik groet je, zee”. Bij wijze van wedergroet kwam de zee inderdaad op me af met van die uitrollende golfjes en omspoelde me zoals ik had verwacht, maar zonder mijn voeten nat te maken. In mij klonk door: “dat is nou vertrouwen. Dit is een geschenk”.
“En ik schenk je liefde en schoonheid”, zei ik.
Ik voelde duidelijk dat ik hier niet zelf aan het woord was, maar dat er een dialoog gaande was die zich op een ander niveau afspeelde. Ik was verbijsterd. Ik bleef staan. De zee rolde opnieuw naar me toe en omspelde me nogmaals zonder me nat te maken. Een enorm gevoel van blijdschap ‘overspoelde’ me.
Even later stond ik daar nog steeds, de zee kwam aanrollen, omspoelde me en stroomde fors over mijn voeten en enkels heen. Kletsnat werd ik en ik sprong weg, te laat. Vertrouwen is goed, dacht ik, maar je moet het niet te gek maken.
Ik ben daarna op mijn mindere momenten steeds naar de zee teruggegaan en kwam er gesterkt van terug. Mooi hè?
Mijn vader
Het zorgt ervoor dat ik erg bezig ben met mijn overleden vader. Hij overleed namelijk toen hij 60 was. Zo’n drie maanden na zijn verjaardag. Hij was vanaf z’n 58ste ernstig ziek. Ongeneeslijk. Hij lag eindeloos lang in het ziekenhuis. In Den Haag. Ik studeerde in Leiden en reed twee keer per week naar hem toe om hem te bezoeken.
De Maya’s (deel 2 van 2)
De Maya’s (deel 1 van 2)
Over schoonheid
Onlangs had ik een gesprek met een goede vriend van mij. We kennen elkaar inmiddels al weer tien jaar. We ontmoetten elkaar tijdens een ‘mannen-retraite’ onder leiding van Kes, een indrukwekkende vrouw, die zich qua vakgebied niet een psychologe noemt, maar een ‘Initiator’. Het was op het landgoed Welna op de Veluwe, in juni 2002.
We spreken sindsdien af en toe met z’n tweeën af en eten ergens wat. Soms in een strandtent, bij mij in de buurt of in Utrecht, waar hij woont. Zo ook onlangs weer. In Utrecht dit keer. In Restaurant West.
Na wat small talk gaat het bij dit soort dineetjes altijd weer over dingen die er toe doen. Meestal over onze relaties. Deze keer echter, ging het over iets heel anders. Hij vroeg hoe zat het met ‘schoonheid’ waar ik het in 2002 bij Kes en de mannen op Welna over had gehad.
En dat was waar ook! Helemaal vergeten! Ik was op de wereld gekomen om schoonheid te leren kennen en ervan te genieten. Dat had ik in die jaren ontdekt en daar toen over verteld.
Wat is schoonheid voor mij?
Het doet mij denken aan What A Wonderful World van Louis Amstrong. Of van een kopje koffie dat ogenschijnlijk zomaar op tafel staat, een torretje dat over de grond loopt op het pad in een bos, ook de stad en het rumour, de mensen, schijnbare toevalligheden, dingen die mensen zeggen, of zingen. Zoals het liedje van Walt Disney’s songwriter Robert Sherman, die onlangs is overleden: It’s A Small World After All. Het wordt door kinderen gezongen en het gaat mij om de toevoeging juist door die kinderen van de woorden After All. Mooi hè?
Bij schoonheid gaat het mij dus niet om bijvoorbeeld een gedicht (kan overigens ook mooi zijn), ook niet over een schilderij (kun je natuurlijk ook van genieten), maar wel over een song zoals Imagine van John Lennon (onmetelijke diepgang) en een muziekstuk (kan prachtig zijn). Neem nou een stuk van Bach, bijvoorbeeld. Wat mij te binnen schiet is Komm, Süsser Tod.
Dit is de tekst van Imagine:
Imagine there’s no heaven
It’s easy if you try
No hell below us
Above us only sky
Imagine all the people
Living for today
Imagine there’s no countries,
It isn’t hard to do
Nothing to kill or die for
And no religion too
Imagine all the people
Living life in peace
You may say I’m a dreamer
But I’m not the only one
I hope some day you’ll join us
And the world will be as one
Imagine no possessions
I wonder if you can
No need for greed or hunger
A brotherhood of man
Imagine all the people
Sharing all the world
You may say I’m a dreamer
But I’m not the only one
I hope some day you’ll join us
And the world will live as one
En dit is de tekst van Komm, Süsser Tod:
Komm, Süsser Tod.
Komm, sel’ge Ruh’.
Komm, führe mich
in Friede.
De schoonheid hiervan zit hem in de beknoptheid van de beide teksten en de enorme betekenis en diepgang die ze hebben. Zo van wauw! Hoe is het mogelijk dat er mensen zijn (geweest), die dit hebben bedacht en kans hebben gezien dit zo beknopt op te schrijven.
Natuurlijk kan ik ook genieten van mooie luchten of een zonsondergang. Of zeilend langs het riet van een meer. Of zeilend op het IJsselmeer waar je de prachtigste vergezichten hebt, op stadjes en hun torens. Of de platen, banken, slikken en branding op de Wadden. Prachtig! Ook dat is schoonheid. Het zijn zaken waar ik enorm van kan genieten. De andere voorbeelden, zoals dat torretje dat in het bos loopt, gaan meer over schoonheid die belééf ik.
Het gaat daarbij om echt kleine én hele grote dingen.