We keken uit het raam van de auto en zagen de grauwe dag. We stoorden ons daar niet aan, we zaten lekker warm binnen in de auto. Voor ons lagen op het dashboard onder de voorruit frieten, cola en twee dozen met burgers. En mayonaise, die vergat ik bijna. Al het eten stond hopeloos schuin. Oppassen dus. Dit was slecht, heel slecht. Niettemin waren we klaar om aan te vallen. We konden niet langer wachten, het knorde in de maag. We namen een hap.
Eens per jaar
Slecht voedsel is het en daarom doen we dit maar eens per jaar, bij McDonalds, de Mac. We eten een hamburger, veel te vet, met nog vettere frietjes. De groente moet je zoeken, zo weinig zit er bij. Plus cola. Dit is zo ongezond! Enfin, daar zaten we dus en we genoten van onze jaarlijkse dirty pleasure.
Afval
Voor ons stopte een auto, een man stapte uit. Hij droeg keurig al z’n afval met zich mee en liep op de afvalbak af. Wij namen al etend, zijn bewegingen waar. So far so good, dachten wij. De afvalbak bleek overvol. Toch lukte het de man om alles erin te proppen. Hij keek rond of hij niets morste, zag dat het niet het geval was en liep weg. De afvalbak puilde uit.
Rotzooi
Een grote zeemeeuw vloog op de afvalbak af. Zo’n grote, dikke, grijze met een kromme, gele snavel. Hij streek gratieus op de afvalbak neer. Sloeg ze vleugels ineen en trok rustig het afval uit de bak. Veel moeite hoefde hij er niet voor te doen. Na een paar keer met zijn snavel in de bak te pikken , viel veel afval al meteen op de grond. We stopten met eten en zagen het tafereel met lede ogen aan. De rotzooi op het asfalt nam toe. Alles wat die man van daarnet erin had gestopt, lag nu op de grond en waarschijnlijk nog meer. Wat een troep!
Plastic
De meeuw vloog op, daalde af en streek nu op het asfalt neer en zette zich aan de maaltijd. Hij deed zich tegoed aan de rommel. Die bestond niet alleen uit stukjes burger en frietjes, er lagen ook lege mayobakjes op de grond, alsook ander plastic afval. Verbijsterd keken we toe hoe de meeuw het mayonaise bakje in één hap wegslikte.
Gevecht
Andere meeuwen roken dat er wat te halen viel, want ze kwamen op de lekkernijen afgevlogen. Het gevecht begon. Ze trokken aan de plastic verpakkingen. Een meeuw vloog ermee weg, liet het even verderop uit zijn snavel vallen, de andere stortten zich er bovenop. Ze scheurden het aan stukken, alsof het een dier was dat ze oppeuzelden.
De meeuwen graaiden nog eenmaal naar de plastic stukjes afval, voordat wij ze luid toeterend ze wegjoegen. Veel te laat natuurlijk. De rotzooi zat al in die magen van de vogels.