Toen ik eenmaal als jurist afgestudeerd was, bleek al snel dat ik niets kon, niets wist, naar mijn idee niets van belang deed of toevoegde – waar ik toen werkte (Van Berkel’s Patent) – en ook niet wist wat ik wilde. Ik wist slechts dat ik het bedrijfsleven in wilde en naar het buitenland.
Plan: business school
Er was op de middelbare school al een plan ontstaan om in Amerika naar een business school te gaan. In de VS waren er eind jaren zeventig al honderden business schools van overigens sterk verschillende kwaliteit. In Nederland waren er nog geen en in Europa slechts vier van enige naam: de London Business School, Insead in Fontaineblau, IESA in Barcelona en IMEDE (thans IMD) in Lausanne.
Aantal vliegen in één klap
Eenmaal ‘werkzaam’ in het bedrijfsleven merkte ik, als gezegd, dat ik niets kon en niets wist en mij alles zelf moest aanleren. Wat was er handiger dan dat in een ‘crash course’ in het buitenland te doen. Een MBA (Master of Business Administration). Ik zou een aantal vliegen in één klap slaan: ik zou op vele management terreinen de ‘tools’ en ‘technics’ voor het werken in het bedrijfsleven leren, ik zou naar het buitenland gaan én ik zou mijn Engels tegelijkertijd verbeteren. Het idee dat dus al jaren daarvoor was ontstaan, pakte ik weer op. Wat restte was de schoolkeuze.
Schoolkeuze
In de eerste plaats betrof de schoolkeuze Amerika of Europa. In Amerika bleken alle kwalitatief goede opleidingen zich over twee jaar uit te strekken, met een lange ‘summer break’ er tussenin. Dat leek mij nogal lang. In Europa waren er twee opleidingen (Insead en IMD) die slechts een jaar tijd vergden en toch ook goed stonden aangeschreven. Bij een MBA in Europa sprak mij behalve de veel kortere duur ook de gedachte van een Amerikaanse opleiding en graad in een Europese context aan.
IMD in Lausanne
Aldus bleven er twee over: IMD en Insead. Bij de laatste kon je instromen in september, maar de school vereiste ook vloeiend Duits (dat ging in mijn geval nog wel), maar ook Frans (waarvan ik slechts de basiskennis beheers). Instromen bij IMD kon al in januari en dat kwam mij goed uit, gegeven onder meer waar ik toen werkte en waar ik inmiddels snel weg wilde. Dus deed ik mijn ‘application’ bij IMD.
Redactiesommen
De ‘appllication’ bleek een buitengewoon uitdagende kwestie. Ik moest twee tests doen, de TOEFL, wat stond voor Test Of English As A Foreign Language. Die test viel mee. De tweede test, de GMAT (spreek uit: gie met, wat stond Graduate Management Admission Test), viel helemaal niet mee, sterker, het was buitengewoon zwaar. Te veel, te moeilijke vragen in te weinig tijd. Wiskunde, redactiesommen, ook weer over Engels, nu op het hoge niveau van The Economist. Ik studeerde ervoor. Ik volgde enkele wiskunde lessen om weer wat bij te spijkeren, leerde Engelse woordjes, deed eerdere testen, kortom een zwaar traject. Het resultaat viel tegen. Er waren studenten die hem een aantal keer deden, om zodoende hun score te verbeteren. De beste score stuurden ze vervolgens naar de school van hun application. Die luxe gunde ik mij niet. Ik wilde immers in januari instromen en had door die keuze slechts één test mogelijkheid. De uitslag liet ik meteen naar IMD sturen.
Tegelijkertijd stelde ik het ‘application form’ samen: ik beantwoordde allerlei vragen rijp en groen door elkaar, maar de lastigste waren om in goed Engels beknopt vijf ‘achievements’ op te sommen waar je trots op was, waarom en wat je ervan geleerd had. Gestaafd met bewijzen, tenminste dat leek mij verstandig om te doen. Ik had nauwelijks ervaring, dus viel ik terug op achievements tijdens militaire dienst, de studentenjaren en bij Van Berkel opgedaan. Eindeloos verbeterende ik mijn teksten, op een toen nog gewone typemachine en dus typte en hertypte ik dat het een lust was.
Ook moest ik een drietal ‘recommendations’ verzamelen en opsturen. Ik vroeg mijn baas en twee hoogleraren. Ik schreef de recommendations zelf en probeerde zodoende als het ware dubbel te scoren: zaken die ik elders had genoemd, liet ik terugkomen in de recommendations.
Ik had het er druk mee, de gehele zomer en herfst van 1980 lang.
Bezoek aan de school
Niet vereist was een bezoek aan de school. Toch besloot ik erheen te gaan met twee anderen met wie ik inmiddels contact had weten te leggen.
Ik bracht het weekend ervoor al in Lausanne door, genoot van de stad en zijn bezienswaardigheden en op maandagmorgen stond ik bij de school en regelde voor mijzelf wat later die dag door de ‘faculty’ tot ‘Rudy’s promotion tour’ werd gedoopt. De tour werd een succes. De toelating had ik voor een belangrijk deel aan deze promotion tour te danken, vermoedde ik. Tegenwoordig is het een vaste eis van de school om je te zien en te spreken, waar je ook vandaan komt.
Telegram
Op 8 december volgde het verlossende telegram, ik herinner me het nog als de dag van gisteren: ‘duly enrolled in MBA-1981 program’.
De volgende dag hoorde ik op het nieuws, zittend achter het stuur in de auto, dat John Lennon was doodgeschoten, maar dat geheel terzijde.
Eén reactie op “Mijn eerste baan (2): kan niets, weet niets, doe niets”