Het verpleeghuis (3)

Dit is de derde blog in een reeks van vier over het het Verpleeghuis waar wij, de kinderen, mijn moeder in hebben laten opnemen. De vorige twee blogs gingen over de voorbereidingen.

De dag van de verhuizing is aangebroken. Spannend. Het gebeurt niet iedere dag dat je je oude moeder van 94 tegen haar wil verkast. Van te voren vergewis ik me ervan dat we in het verpleeghuis zullen worden opgevangen. Mijn moeder zal totaal ontredderd zijn en dus wil ik dat we door professionals bij de receptie worden opgewacht.

Sinds 1956

Samen met zuster en zwager vertrekken we naar Zeist, waar mijn moeder sinds 1956 woont. Op slechts twee adressen. In mijn ouderlijk huis woonde zij de eerste achtenveertig jaar en daarna in het huidige appartement, de laatste zeventien jaar. Bij elkaar opgeteld dus vijfenzestig jaar! En nu halen we haar daar weg, tegen haar zin! Maar het gaat niet langer, zoals ik in de eerdere blogs schreef, ze valt soms, raakt de weg kwijt en heeft allerlei medische aandoeningen, zoals slik- en slokdarm problemen die naar ons idee in de huidige situatie onvoldoende of niet behandeld worden. Niettemin hebben wij het er moeilijk mee, dat wordt tijdens de tocht naar Zeist wel duidelijk. Want, doen we het goede?

Nietsvermoedend

Bij aankomt bij haar appartement zit mijn moeder nietsvermoedend aan een kopje thee, met een stukje toast. We zien dat ze steeds alles uit spuugt. Ze houdt niets binnen.

“Wat leuk dat jullie mij eens komen opzoeken! Ik zie jullie nooit!” Ik was vorige week nog bij haar en mijn zuster eergisteren. Enfin, we hebben geleerd daar niet meer op in te gaan en dus bevestigen dat het inderdaad heel leuk is. We vertellen waarom we komen. We hadden afgesproken dat we geen leugentje om bestwil zouden doen, gewoon de waarheid vertellen, respectievelijk daar dichtbij te blijven: vertellen wat het plan is, waarom en dat eindeloos herhalen.
Ze is het er niet mee eens. Ze geeft er blijkt van dat ze beseft dat er een verhuizing zat aan gekomen. Er zijn immers zoveel mensen bij zo’n besluit betrokken. Iets is ervan blijven hangen.

“We gaan vandaag,” zeg ik.

“Nee, niet nu al, ik ben daar nog niet aan toe.”

“Wanneer dan wel?”

“Volgende maand misschien.”

Op weg

Toch gaat ze gewillig mee naar buiten, het gehuurde ‘zorgbusje’ in. Ik rijd mee, mijn zuster en zwager sprokkelen na ons vertrek spullen bij elkaar, zoals meubels, schilderijtjes, foto’s, boeken en kleren voor het verblijf in het verpleeghuis. Daarna rijden ze achter ons aan.

De reis verloopt goed, ondanks dat het overgeven tot aan Woerden door blijft gaan. Daarna is dat gelukkig voorbij. Voortdurend vraagt mijn moeder waar we naar toe gaan. Ik probeer over van alles en nog wat te praten. Op enig moment zeg ik dat we al bij Woerden zijn. 

“Nee,” zegt ze, “dit is Harmelen. Dat stond op dat bord.” 

Ze besteed dus echt nog wel aandacht aan haar omgeving. 

“Kijk, Bodegraven, allemaal plaatsjes uit mijn jeugd.”

Vooral de vrachtwagens steeds wekken haar verbazing, alsof ze die voor het eerst ziet: “Wat een grote auto’s!”
Ook de geluidswallen vindt ze bijzonder.
“Wat een grote dijken, wat voor rivier zit daarachter?” Ik leg uit dat het geluidswallen zijn. 

Bij de afslag Boskoop (haar geboortedorp) moet ik haar even afleiden, anders wil ze ons door dat dorp heen laten rijden. Dan gaat de reis te lang duren.

Hartverscheurend

We komen veilig en wel in Den Haag aan. Inderdaad staat de zorgmanager ons op te wachten. Dat is fijn. We gaan meteen naar de derde etage, de gesloten afdeling. Nu volgt de intake. We spreken van alles door en vullen allerlei formulieren in. Mijn moeder zit erbij en vraagt steeds wanneer we weer naar huis gaan. We leggen geduldig uit dat dat niet gaat. Ze wordt steeds wanhopiger. Mijn zus en zwager komen met de spullen.
Uiteindelijk moeten we haar, laat in de middag, alleen achter laten in haar nieuwe, nog helemaal niet gezellige kamer. Ze heeft door dat er iets helemaal mis is, ze weet alleen niet wat. Maar mis is het wel. Ze begint te huilen. Hartverscheurend!

In de volgende en laatste blog over het Verpleeghuis, ga ik in op de vraag die steeds boven alles hangt: of we met het plaatsen van onze moeder op de gesloten afdeling van een verpleeghuis, echt het goede hebben gedaan.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *