Voor de Boekenweekschrijfwedstrijd afgelopen maart, schreef ik een kort verhaal. Vervolgens verzamelde ik de afgelopen maanden al mijn moed en nu post ik het verhaal in mijn blog, voor u, waarde lezer, om er kennis van te nemen. Overigens won ik niet, dat wilt u ook vast weten. Dat was niet verwonderlijk, niet alleen waren er meer dan 800 inzendingen, het was de eerste keer dat ik aan zoiets meedeed. Voor mij was in dit stadium meedoen belangrijker dan winnen. Het was spannend.
Helaas heb ik geen feedback gekregen, dus ik heb geen idee of het een goed verhaal is/was.
Boekenweek
De opdracht was een verhaal te schrijven waarin familie het onderwerp was. Dat was het thema van de Boekenweek 2024. Het mocht maximaal 500 woorden lang zijn. Dat is mij gelukt, op de kop af, al was dat niet eenvoudig. Ik schreef over ‘de koude kant’ van de familie.
Hier volgt het verhaal:
Koude kanten
Nog voordat de oorlog is begonnen, raakt Hanna tot over haar oren verliefd op David. Hanna is de oudste dochter van een gezin uit een dorpje in het groene hart. Onbezonnen ontdekken de twee middelbare scholieren de liefde en de dingen die jongelui zoal op hun prille volwassen-willen-worden-zoektocht tegenkomen. Een kalverliefde? Nee. Hanna wéét dat ze voor elkaar zijn voorbestemd. Als Joséphine en haar Napoleon.
In het eindexamenjaar marcheren de Nazi’s het land binnen: Die Fahne hoch! Die Reihen fest geschlossen!
‘Rotmoffen!’ scheldt Hanna met de massa mee, zonder dat de Duitsers het kunnen horen.
Hanna’s vader laat haar, als hij het jaar daarop veel te jong op zijn sterfbed ligt, beloven dat ze haar Joodse David aan de kant zal zetten. Voor Joden ziet het er niet best uit weet hij door zijn vooroorlogse, zakelijke ervaringen in Duitsland. Ze belooft het, maar weet dat ze de belofte niet kan nakomen. Haar geliefde zet ze niet bij het grofvuil. Ze houdt van hem, met hem wil ze haar leven delen. Wat kan het haar schelen dat hij Joods is.
David weet beter, hij vlucht het land uit.
Na het overlijden van haar vader worden twee Duitse officieren in het ouderlijk huis ingekwartierd. Een van hen, de krijgszuchtige Stephan, vertelt Hanna vol vuur over das Dritte Reich en waar het voor staat. Een turbulente verliefdheid volgt. Onverholen paraderen ze, gearmd als een verloofd stel, door de straten van het dorpje.
‘Schande!’ roept haar familie.
Stephan wordt naar het oostfront overgeplaatst. Zij blijft achter, bespot en ontredderd. Spoorslags ontvlucht ze het dorpje als het onafwendbare bericht haar als een dreun bereikt: haar Stephan is aan het oostfront gesneuveld.
‘Je verdiende loon, moffenhoer!’ joelen de mensen.
Ze glipt weg naar haar aanstaande schoonouders in die Heimat, haar nieuwe vaderland. Met hen wil ze samen rouwen.
Schuilend voor de bommen, haalt ze daar heelhuids het einde van de oorlog.
Als een geschenk dwalen Amerikanen door de straten. Een vurige storm vlamt opnieuw in Hanna op, nu voor de ongedwongen Jack, die haar voorhoudt in Duitsland his patriotic duty te doen. Met opgeheven hoofd keert ze met haar Amerikaanse echtgenoot aan haar zijde, naar haar familie in het groene hart terug. ‘Zie je wel, ik wás niet fout!’ Zij vinden van wel.
Jack blijkt getraumatiseerd en ziet steeds meer in de fles dan in haar. Als het jonge gezin door het Amerikaanse leger in Frankrijk wordt gestationeerd, zoekt ze haar heil bij de getrouwde Guy. Zal ze met hem van het leven kunnen genieten? Van cultuur en de Franse keuken? Jack wordt ziek, Hanna verzorgt hem. Als Jack overlijdt, kiest Guy evenwel voor zijn echtgenote. Hanna zondert zich af in het boerderijtje, dat ooit het love-nest van haar en haar bourgondische minnaar was.
Ook Guy sterft. De oude Hanna verneemt het uit de krant. Ze staart uit het raam naar de glooiingen van het Franse platteland en peinst over haar geliefden. De familie was tegen. Ze sluit het raam en draait zich om.