Twee oorlogsschepen die voor een oefening deel uitmaakten van een eskader, waren al dagen bezig met manoeuvres in zwaar weer. Op de brug van het schip dat het eskader aanvoerde stond de kapitein. Hij hield alles in de gaten.

Twee oorlogsschepen die voor een oefening deel uitmaakten van een eskader, waren al dagen bezig met manoeuvres in zwaar weer. Op de brug van het schip dat het eskader aanvoerde stond de kapitein. Hij hield alles in de gaten.
Men leefde vooral van de visvangst. En enigszins van de landbouw. Het naburige Urk was relatief welvarender, veiliger ook. En Kampen was de grote stad. Als het vroor en de hongersnood dreigde, kon men over het ijs naar Kampen schaatsen of zeilend met een bootje op ijzers. Als dan plotseling de dooi inzette, kwam men soms ook daar niet meer van terug.
Wel eens gehoord van Stephen Covey? Hij is een goeroe uit Amerika en vervult een leidende positie op het gebied van management en leiderschap, de daarbij behorende vaardigheden en technieken en vooral gedrag. Waar gaat het over?
Het gaat bij Covey om zakelijke én persoonlijke ontwikkeling. Zijn gedachtengoed is universeel, is vanzelfsprekend. Hij heeft het op een eenvoudige en begrijpelijke wijze opgeschreven in zijn boek The Seven Habits Of Highly Effective People, in het Nederlands vertaald als ‘De Zeven Eigenschappen Van Effectief Leiderschap’. Ik zelf spreek liever van ‘gewoonten’ in plaats van ‘eigenschappen’. Dat betekent dat je het kunt aanleren. ‘Eigenschappen’ heeft voor mij meer iets dat je dat bij je geboorte mee krijgt.
Onlangs schreef ik over Paul McCartney. Over zijn optreden in New York, ter gelegenheid van het openen van het City Field stadium.
En nu (maart 2012) ben ik zelf naar een optreden gegaan. In Ahoy Rooterdam. Dat was een feest! Dat was fantastisch! Daar stond deze bijna 70-jarige rocker te spelen alsof hij 20 was. En hij genoot!
Vooral Beatle-nummers kwamen langs. En een aantal zeer goede Wings-nummers. Ik denk niet dat er een nummer bij was dat ik niet mee kon zingen. Zo dichtbij de Beatles was ik nog nooit geweest. Zoals ooit iemand schreef, bij een andere gelegenheid waarbij Sir Paul optrad, he wrote them, he sang them, how close can you get?
Er zat een tribute aan John Lennon bij, aan George Harrison en vanuit het publiek werd spontaan Yellow Submarine, ooit door Ringo Starr gezongen, gescandeerd.
Voor de liefhebber hierbij een linkje naar het optreden in Ahoy. Met de setlist en wat filmpjes.
http://www.setlist.fm/setlist/paul-mccartney/2012/ahoy-rotterdam-netherlands-7bde3224.html
Zo, daar kijk je van op, nietwaar. Ik moet er wel meteen bij zeggen, coach is een groot woord. Te groot. Veel te groot eigenlijk. Ik was niet meer dan de wat ze noemden, de leider. En dat klinkt ook veel te groot. Mijn taak was erg eenvoudig en ondersteunend. Dat wil zeggen, dat ik het elftal bij uitwedstrijden naar de locatie van de thuisclub reed en leiding aan de stoet auto’s gaf, zonder Tom Tom overigens, want die bestond nog niet. We hebben bij menig tankstation overlegd, waar in hemelsnaam dat voetbalveld lag. Het was 1991- 1992. En de jongens waren pas een jaar of zeven. Dus ik was de leider van de f’jes.
Ik ontving de ouders van de tegenpartij bij thuiswedstrijden. Ik hield de score bij en wikkelde dat administratief af, ik heb menig bestuurskamer van binnen gezien. En …. er waren ook mindere momenten, bij thuiswedstrijden soms. Dat waren de keren dat ik moest fluiten. Bij gebrek aan een echte scheidsrechter. Nou weet ik niet veel van de regels, maar dat was niet zo erg. Ik floot er maar wat op los, of helemaal niet. Het liep altijd wel. Maar wat vooral lastig was, was wat te doen als de bal uit ging. Ik had echt niet door wie hem als laatste had geraakt. Gelukkig bood de oplossing zich vaak vanzelf aan: de jongens regelden het onder elkaar. En als een van beide partijen de bal oppakte om in te gooien, wees ik vervolgens de goede kant op. Ging negen van de tien keer goed.
Er waren natuurlijk ook wel ouders, die commentaar hadden, die vonden dat bij twijfelgevallen de gasten de bal moesten krijgen, maar dat waren meestal de ouders van deze gastspelers! Echt gefrustreerde ouders, daar krijg je pas bij de e’tjes mee te maken. Niveautje hoger. Wat ook wel eens gebeurde, was dat als de bal over de achterlijn rolde en zelfs ik zag dat het een doeltrap was, een ouder langs de lijn ‘corner’ riep. Daarop aangesproken, zei hij dan doodleuk: het was toch het proberen waard?
Onlangs had ik een gesprek met een goede vriend van mij. We kennen elkaar inmiddels al weer tien jaar. We ontmoetten elkaar tijdens een ‘mannen-retraite’ onder leiding van Kes, een indrukwekkende vrouw, die zich qua vakgebied niet een psychologe noemt, maar een ‘Initiator’. Het was op het landgoed Welna op de Veluwe, in juni 2002.
We spreken sindsdien af en toe met z’n tweeën af en eten ergens wat. Soms in een strandtent, bij mij in de buurt of in Utrecht, waar hij woont. Zo ook onlangs weer. In Utrecht dit keer. In Restaurant West.
Na wat small talk gaat het bij dit soort dineetjes altijd weer over dingen die er toe doen. Meestal over onze relaties. Deze keer echter, ging het over iets heel anders. Hij vroeg hoe zat het met ‘schoonheid’ waar ik het in 2002 bij Kes en de mannen op Welna over had gehad.
En dat was waar ook! Helemaal vergeten! Ik was op de wereld gekomen om schoonheid te leren kennen en ervan te genieten. Dat had ik in die jaren ontdekt en daar toen over verteld.
Wat is schoonheid voor mij?
Het doet mij denken aan What A Wonderful World van Louis Amstrong. Of van een kopje koffie dat ogenschijnlijk zomaar op tafel staat, een torretje dat over de grond loopt op het pad in een bos, ook de stad en het rumour, de mensen, schijnbare toevalligheden, dingen die mensen zeggen, of zingen. Zoals het liedje van Walt Disney’s songwriter Robert Sherman, die onlangs is overleden: It’s A Small World After All. Het wordt door kinderen gezongen en het gaat mij om de toevoeging juist door die kinderen van de woorden After All. Mooi hè?
Bij schoonheid gaat het mij dus niet om bijvoorbeeld een gedicht (kan overigens ook mooi zijn), ook niet over een schilderij (kun je natuurlijk ook van genieten), maar wel over een song zoals Imagine van John Lennon (onmetelijke diepgang) en een muziekstuk (kan prachtig zijn). Neem nou een stuk van Bach, bijvoorbeeld. Wat mij te binnen schiet is Komm, Süsser Tod.
Dit is de tekst van Imagine:
Imagine there’s no heaven
It’s easy if you try
No hell below us
Above us only sky
Imagine all the people
Living for today
Imagine there’s no countries,
It isn’t hard to do
Nothing to kill or die for
And no religion too
Imagine all the people
Living life in peace
You may say I’m a dreamer
But I’m not the only one
I hope some day you’ll join us
And the world will be as one
Imagine no possessions
I wonder if you can
No need for greed or hunger
A brotherhood of man
Imagine all the people
Sharing all the world
You may say I’m a dreamer
But I’m not the only one
I hope some day you’ll join us
And the world will live as one
En dit is de tekst van Komm, Süsser Tod:
Komm, Süsser Tod.
Komm, sel’ge Ruh’.
Komm, führe mich
in Friede.
De schoonheid hiervan zit hem in de beknoptheid van de beide teksten en de enorme betekenis en diepgang die ze hebben. Zo van wauw! Hoe is het mogelijk dat er mensen zijn (geweest), die dit hebben bedacht en kans hebben gezien dit zo beknopt op te schrijven.
Natuurlijk kan ik ook genieten van mooie luchten of een zonsondergang. Of zeilend langs het riet van een meer. Of zeilend op het IJsselmeer waar je de prachtigste vergezichten hebt, op stadjes en hun torens. Of de platen, banken, slikken en branding op de Wadden. Prachtig! Ook dat is schoonheid. Het zijn zaken waar ik enorm van kan genieten. De andere voorbeelden, zoals dat torretje dat in het bos loopt, gaan meer over schoonheid die belééf ik.
Het gaat daarbij om echt kleine én hele grote dingen.
Weet je waar ik geweest ben? In The Sunshine State!
Florida! Ze noemen die staat in Amerika ‘The Sunshine State’. En dat is waar. Ik zat er onlangs, in januari van dit jaar, in Orlando, Central Florida, in ons huis daar en het is prachtig weer! Overdag loopt de temperatuur op tot tussen de 22 en 26 graden Celsius, ’s nachts koelt het echter wel behoorlijk af, tot soms onder de tien graden. Althans, in januari. En dan te bedenken dat het in Nederland op dat moment vroor, of in ieder geval er nachtvorst was.
De mensen die hier overwinteren, of langere tijd in de winter in Florida doorbrengen, worden ‘snowbirds’ genoemd: ze ontvluchten de landklimaat kou van het Noorden. En ook dat is waar: tijdens een tussenstop in Philadelphia bleek het daar onder de min vier graden te zijn. En rondom Chicago werden ernstige sneeuwstormen gemeld.
Florida is sterk vergelijkbaar met de rest van de Verenigde Staten. Er is ruimte, ruimte en nog eens ruimte. Heerlijk! Vooral voor een Nederlander. Geen files, alles gericht op vervoer per auto, dus overal parkeerplaatsen, goede voorzieningen en doorstroming.
Florida is behalve zijn eindeloos lange stranden aan zowel oost- als westkust (uurtje naar Tampa aan de Golf van Mexico en uurtje naar Cape Canaveral aan de Atlantische Oceaan) en krokodillen (alligators in de Everglades) ook bekend vanwege Walt Disney (http://disneyworld.disney.go.com/parks/). Disney World, Sea World, Magic Kingdom, Universal Studio’s, Adventure Island, noem maar op (zie wat linkjes hieronder). Alles ligt bij elkaar in de buurt en voor de mensen is er daarmee eindeloos vertier. Er is daardoor een complete industrie ontstaan, toeleveranciers voor de wereld in en rondom Disney. Restaurants, hotels, huurvilla’s, vliegvelden, autoverhuurbedrijven, noem maar op. En golfbanen. Het aantal golfbanen rondom Orlando alleen al is 1500. Tot slot van deze niet uitputtende reeks dingen die je er kunt doen, kun je er shoppen. Er zijn enorme, grote en prachtige shopping malls, Factory Stores en Outlets. Voor elk wat wils, ook qua prijs.