Voor de zevende keer ben ik in Wenen. De eerste keer was voor de Champions League finale waar bij Ajax van AC Milan met 1-0 won, in mei 1995. Daarna was ik hier zakelijk in verband met een nevenactiviteit op het gebied van bloedtransfusie. Bijna jaarlijks vergaderden we hier. Tot 2009 en nu dit jaar weer eens opnieuw. Na de eerste keer Jolanda meegenomen te hebben, nam ik daarna telkens een kind mee. Dit keer ben ik overigens alleen.
Wat een mooie stad is dit toch! Groot en machtig, zij het enigszins vergane glorie. Prachtige gebouwen. Schitterende paleizen, grootse kerken en musea. En niet te vergeten natuurlijk het operagebouw, de Staatsoper.
Voormalige statige en weelderige gebouwen waar vroeger de adel in huisde. Nu zijn dat hotels. Overal standbeelden op pleinen en in parken van staatslieden, zoals de keizers, van dichters (Schiller) en natuurlijk van de vele wereldberoemde componisten die Oostenrijk heeft voortgebracht.
De gebouwen, musea en standbeelden zijn de getuigen van een groots en rijk verleden. Vooral in de negentiende eeuw was het Habsburgse Oostenrijkse-Hongaarse rijk een wereldspeler van formaat. Na de Eerste Wereldoorlog was dat volledig voorbij. Tegenwoordig zien velen het huidige Oostenrijk als een tweederangs land. Nu moeten ze het van Conchita – de zangeres met de baard – hebben!
Als je aan Wenen denkt, denk je aan opera. Dus ging ik naar een opera voorstelling, dit keer in de Volksoper. Ik zag Cosi van Tutte, hetgeen zoveel betekent als ‘ze zijn allemaal hetzelfde’. Mozart bedoelde daar vrouwen in zijn algemeenheid mee. Het stuk gaat over trouw en dat zijn vrouwen niet, zo betoogt hij gedurende deze klucht. Het ‘Theater van de Lach’ van John Lanting zou er niet voor onderdoen. Behalve natuurlijk de prachtige muziek en de geweldige sopranen en tenoren. Je hoort, ziet en voelt hun kwaliteit.
Aan het eind volgde vanzelfsprekend het applaus. In Wenen blijft iedereen kennelijk zitten en zien velen kans alvast te vertrekken Ook mijn buurman hield het applaus na enige tijd voor gezien en stond op. Hij draaide zich naar mij toe en keek mij aan, zo van, gaat het er nog van komen? Duurt het nog lang voordat jij ook eindelijk vertrekt. Ik applaudisseerde gewoon door. Ik vond dat de acteurs dat verdiend hadden.
Eén reactie op “Prachtstad Wenen”