Hoeveel mensen hebben een economische wet die naar hen is vernoemd? Charles Goodhart is er één van. De wet van Goodhart stelt dat als een maatstaf het doel wordt, die maatstaf al snel niet meer effectief is. Middel wordt doel.
Tag archieven: De Nederlandsche Bank
Een blog over toezichthouders
De ondertoezichtgestelden proberen in eerste instantie door lobby activiteiten onder de nieuwe regels en regeldruk uit te komen en als dat na verloop van tijd niet lukt, conformeren ze zich. Het gevolg is stilstand. De toezichthouder wijst initiatieven af en blijft waarschuwen voor de risico’s. Ook voor zaken waar ze niet voor zijn aangesteld. Ze breiden hun aandachtsgebied uit. Het risicomijdend gedrag grijpt om zich heen, precies zoals de toezichthouder het voor ogen had.
NB. Het grijs gemarkeerde van de tekst heb ik gekozen bij wijze van achtergrond. Grijs associeer ik met saai Grapje.
Korten van pensioenen 2
Waarom zouden we moeten korten op pensioenen?
Er is geld genoeg, voor jaren en jaren. Zo’n duizend miljard euro! Terwijl zelfs een gezagdragend instituut als De Nederlandsche Bank officieel en op de televisie zegt dat er een tekort bij pensioenfondsen is. ‘Er is te weinig geld. Er is te weinig in kas om de pensioenen te betalen!’ roept De Nederlandsche Bank.
Wat een misverstand!
Alleen boekhoudkundig hebben we een tekort. Dat heeft alles te maken met de wijze van berekenen van de uitstaande pensioenverplichtingen. Verplichtingen die wel zestig jaar uitstaan. Men hanteert een rekenkundige techniek en daar zitten nogal wat veronderstellingen in. De belangrijkste is de rentevoet die je gebruikt, de zogeheten disconteringsvoet. Ik herinner me van het jaar dat ik een business school bezocht, in Lausanne in 1981, dat we artikelen lazen en case studies oplosten over dit soort berekeningen. De artikelen waren van bijvoorbeeld de Harvard Business Review (niet de minste) en daarin werd deze methode van ‘discounted cashflow’ als behulpzaam, maar discutabel beschreven. Dat betekende dat je vooral kritisch op de uitkomst moet blijven.
Als gezegd, vraagtekens bij de te hanteren rente, maar ook de looptijd was een punt van discussie. Hoe langer de looptijd, hoe veranderlijker de uitkomst. Kort geformuleerd: allemaal keuzes. Je kunt dus ook andere keuzes maken.
Voor pensioenfondsen komt er nog een complicatie bij: de bezittingen worden anders behandeld dan de verplichtingen. Bezittingen mogen uitgaan van een hoger rendement dan de rente die bij de waardering van de verplichtingen moet worden gebruikt. Boekhoudkundig is daar wel iets voor te zeggen: bij de samenstelling van een winst- en verliesrekening ben je altijd voorzichtig met de opbrengsten (vooral als je ze nog niet hebt) en kosten reken je geheel mee, ook al heb je ze nog niet gemaakt. Maar bij pensioenfondsen hebben we het daar eigenlijk niet over. Daar hebben we het over de balans. En je kunt ook overdrijven. De lage rente en de twijfels over de looptijd, vragen op zijn minst een opslag en vooruit, dan ook een afslag bij de rendementen op de bezittingen. Het geheel komt daardoor beter in balans. Wat het woord al zegt: balans.
Tenslotte: er is helemaal geen tekort. Er wordt met een zogeheten kostendekkende premie gewerkt. In de jaarlijkse kosten zitten de uitkeringen verwerkt en die worden jaarlijks door de premie gedekt.