Tag archieven: Pensioenen

Je kunt ook niets doen…

Maak je niet druk, je hoeft niets hoor, na je pensionering. Je mag gewoon niets doen. Maar vaak vind je zelf van wel. Anders de omgeving wel! Ik schreef daar al eens over.

Dus : wat ga je nu doen na je pensionering? Iedereen stelt je die vraag. Om je heen kun je horen: “hij is wel in een gat gevallen!” Is dat zo? Vind je dat vervelend? Zo ja, geef het toe en doe er wat aan. Dat gat heb je zelf gecreëerd. Dus jij kunt het als enige oplossen.

Hoe deed ík dat?

Lees verder Je kunt ook niets doen…

Arbeidsrelatie nieuwe stijl (deel 2 van 2)

29 Sep 1932 — Construction workers eat their lunches atop a steel beam 800 feet above ground, at the building site of the RCA Building in Rockefeller Center. — Image by © Bettmann/CORBIS

In mijn vorige blog schreef ik over de arbeidsrelatie nieuwe stijl en wat ermee wordt opgelost voor zaken als flex-werkers, zzp’ers, scholing, ontwikkeling, pensioen en ontslag en al dat soort zaken.

De gedachte die in de blog werd ontwikkeld, bestond eruit naar een nieuwe vorm van de arbeidsrelatie om te zien, een relatie waarin voorafgaand aan en gedurende de relatie de zaken inclusief ontslag worden besproken en vastgelegd. In plaats van sommige zaken zoals ontslag bij het uit elkaar gaan te bespreken en te regelen.

Pensioen na 67 jaar

Lees verder Arbeidsrelatie nieuwe stijl (deel 2 van 2)

Arbeidsrelatie nieuwe stijl (deel 1 van 2)

Jolan had begin maart dit jaar een optreden bij BNR over verkiezingen en arbeidsmarkt. De eerste twee stellingen luidden: ‘werkgevers moeten medewerkers makkelijker kunnen ontslaan’ en ‘moet de pensioenleeftijd verder omghoog, verder dan 67 jaar?’ In deze blog eerst de eerste stelling.

Verdieping

Ze houdt in het weekend haar antwoorden tegen mij aan en al pratende komen we tot een goede verdieping. Lees verder Arbeidsrelatie nieuwe stijl (deel 1 van 2)

Loopbaan keuzes (1)


Labyrinth of Questions Er
deden zich tijdens mijn loopbaan voortdurend loopbaankeuzes voor. Ik vind het leuk om ze eens op een rij te zetten.

Eerst was er de krijgsmacht: In 1974 was ik dienstplichtig officier bij de Cavalerie en men vroeg mij of ik beroeps wilde worden. Ik bedankte. Ik vond de krijgsmacht een conservatieve en beklemmende organisatie.

Vervolgens rondde ik mijn rechtenstudie af. In de voorlaatste fase deden we case studies (in Leiden heette dat ‘practicum’ en ‘privatissimum’) waardoor ik voor het eerst met het echte juridische werk in aanraking kwam. Ik genoot ervan. Ik overwoog er in door te gaan en een een aantal maanden een student-stage bij een advocatenkantoor te lopen. Maar ik besloot de voorkeur aan economische keuzevakken te geven om mij voor een loopbaan in het bedrijfsleven te verbreden en voor te bereiden.  Lees verder Loopbaan keuzes (1)

Live your Dream!

Onlangs nam ik afscheid van mijn bedrijf, een bedrijf actief op pensioenfondsgebied. Sinds april 2014 werk ik er niet langer, na bijna twaalf jaar. Er werd voor mijn afscheid van alles georganiseerd. Afscheid van de klanten, aandeelhouders, commissarissen, enzovoort.  Ook nam ik vanzelfsprekend afscheid van mijn collega’s.

Lees verder Live your Dream!

Korten van pensioenen 3

Ik kan het niet laten. Nog eenmaal over het korten van pensioenen. De laatste dagen blijft het korten van pensioenen de media immers bezig houden. Enigszins verdrongen door het aftreden van Job Cohen als fractievoorzitter van de PvdA. En natuurlijk door het ski-ongeluk van Prins Johan Friso.

Er valt te beluisteren dat als we de pensioenen niet korten, de jongere generatie de dupe is en ten onrechte de rekening van de hebzucht, het egoïsme, etc., van de babyboomers doorgeschoven krijgt. En nu komt het:

Hoezo, de jongere generatie de dupe? Wat een onzin. Bedenk eens dat de jongere generatie ook nog niet veel premie heeft betaald. De jongere generatie betaalt natuurlijk ook mee, maar door de jaren heen gaat het pas een beetje aantikken. Voor de pensioentechnici onder ons: ook de jongere generatie betaalt mee door te voldoen aan de zogeheten ‘doorsneepremie’. Daardoor betalen ze aanvankelijk meer dan ze opbouwen, iets dat gegeven de groei van flexwerkers, zzp’ers en dergelijke zou moeten  veranderen. Maar dat terzijde.

Dit begrip betekent dus dat jongere generaties iets meer betalen dan dat ze aan aanspraken opbouwen en oudere iets minder – dit wordt de solidariteit tussen de generaties genoemd. Ondanks deze doorsneepremie is er in absolute termen minder betaald. Alleen al door vervolgens jarenlang premie te (blijven) betalen, lost de jongere generatie het ‘doorgeschoven’ probleem voor een groot deel op (let wel: als er al van doorschuiven van de ene generatie naar de ander sprake is). Dan heb ik het nog niet over toekomstige rendementen. De jeugd ‘zit’ op een enorme potentiële groei! Op aanwas door rendementen. in de afgelopen twintig jaar is het pensioenvermogen meer dan verdubbeld! Maar daar mochten we immers niet van uitgaan, van de boekhouders en de pessimisten. Dat deze rendementen er ooit nog zouden komen, dat gaat een boekhouder niet van uit. Volgens de accountants regels mag hij dat ook niet. Ik behoor tot de optimisten, weet je nog wel, zie een eerdere blog. Die premiebetaling, aangevuld dus met beleggingsresultaten, leiden uiteindelijk tot een goed pensioen.

Als je daarbij betrekt dat er al jaren geen indexatie is geweest en er ook een eventuele korting komt, volgend jaar, dan zijn juist de ouderen de dupe!

Korten van pensioenen 2

Waarom zouden we moeten korten op pensioenen?
Er is geld genoeg, voor jaren en jaren. Zo’n duizend miljard euro! Terwijl zelfs een gezagdragend instituut als De Nederlandsche Bank officieel en op de televisie zegt dat er een tekort bij pensioenfondsen is. ‘Er is te weinig geld. Er is te weinig in kas om de pensioenen te betalen!’ roept De Nederlandsche Bank.

Wat een misverstand!

Alleen boekhoudkundig hebben we een tekort. Dat heeft alles te maken met de wijze van berekenen van de uitstaande pensioenverplichtingen. Verplichtingen die wel zestig jaar uitstaan. Men hanteert een rekenkundige techniek en daar zitten nogal wat veronderstellingen in. De belangrijkste is de rentevoet die je gebruikt, de zogeheten disconteringsvoet. Ik herinner me van het jaar dat ik een business school bezocht, in Lausanne in 1981, dat we artikelen lazen en case studies oplosten over dit soort berekeningen. De artikelen waren van bijvoorbeeld de Harvard Business Review (niet de minste) en daarin werd deze methode van ‘discounted cashflow’ als behulpzaam, maar discutabel beschreven. Dat betekende dat je vooral kritisch op de uitkomst moet blijven.

Als gezegd, vraagtekens bij de te hanteren rente, maar ook de looptijd was een punt van discussie. Hoe langer de looptijd, hoe veranderlijker de uitkomst. Kort geformuleerd: allemaal keuzes. Je kunt dus ook andere keuzes maken.

Voor pensioenfondsen komt er nog een complicatie bij: de bezittingen worden anders behandeld dan de verplichtingen. Bezittingen mogen uitgaan van een hoger rendement dan de rente die bij de waardering van de verplichtingen moet worden gebruikt. Boekhoudkundig is daar wel iets voor te zeggen: bij de samenstelling van een winst- en verliesrekening ben je altijd voorzichtig met de opbrengsten (vooral als je ze nog niet hebt) en kosten reken je geheel mee, ook al heb je ze nog niet gemaakt. Maar bij pensioenfondsen hebben we het daar eigenlijk niet over. Daar hebben we het over de balans. En je kunt ook overdrijven. De lage rente en de twijfels over de looptijd, vragen op zijn minst een opslag en vooruit, dan ook een afslag bij de rendementen op de bezittingen. Het geheel komt daardoor beter in balans. Wat het woord al zegt: balans.

Tenslotte: er is helemaal geen tekort. Er wordt met een zogeheten kostendekkende premie gewerkt. In de jaarlijkse kosten zitten de uitkeringen verwerkt en die worden jaarlijks door de premie gedekt.

Hoe betalen we onze ‘oudjes’?

Mijn moeder was onlangs jarig. Ze werd maar liefst 85! Ze is gezond, rijdt auto, fietst, wandelt, doet boodschappen, is geïnteresseerd in wat er om haar heen gebeurt, sociaal, cultureel, politiek, enz. En ze stelt zich de vraag wat er moet gebeuren als het ineens anders gaat. Als het niet meer kan. Als zij niet meer kan. En dat kan zomaar van de een of andere dag gebeuren. De emotionele kant van dit soort zaken laat ik voor nu even rusten. Dat u niet zult denken, hij denkt alleen maar aan wat hieronder komt (de kosten). Ik val de lezer met de emoties (nu) niet lastig. En mijzelf ook maar even niet. Wie weet komt dat nog eens.

Het gaat mij nu even om het volgende: Ze zei dat ze het voor zich zag: ze zit ergens, of ze ligt ergens, ze kan niet(s) meer. Er worden (enorme) kosten gemaakt om haar op te kalefateren of op zijn minst in leven te houden. Nogmaals, het speelt nu niet gelukkig, maar bij oude mensjes kan het noodlot zomaar toeslaan. En als die kosten worden gemaakt, wie betaalt dat dan, zo vroeg ze zich af. Ik wil dat eigenlijk niet meer, tegen die tijd. De kosten worden betaald door de AWBZ, de ziektekostenverzekering, of zo, die hierdoor extra hoge premies moet heffen. En tegelijkertijd ontvangt ze al jaren een nabestaandenpensioen van het ABP. En dat gaat gewoon door, ziek of niet ziek, oud of nog ouder en in leven gehouden. En als het noodlot heeft toegeslagen maakt ze er geen gebruik meer van, vindt ze. Nu wel, dan niet.

Kunnen we het dan niet aan elkaar koppelen? Dus dat die pensioenuitkering geheel of gedeeltelijk en onder nader uit te werken voorwaarden naar de AWBZ of de ziektekostenverzekering gaat? Oei, dat is een gevaarlijke gedachte. Je gaat je ineens bemoeien met het behoeftepatroon van mensen. Aan de andere kant, het moet wel betaalbaar blijven.