Tag archieven: Wadden

Een ‘near miss’ (6)

Ook nu weer een ‘near miss’. Het is de zesde in een reeks. Dit keer over een avontuur met mijn vader en de boot, een gaffel getuigde Scheldeschouw van negen meter. Het was 1967, we waren op de terugweg van onze zomervakantie met de boot van de Duitse Wadden. We hadden het tot Norderney gebracht. En weer terug. 

‘Binnendoor’

Lees verder Een ‘near miss’ (6)

Dichtregels in het zand

VlielandVliehors-Vlieland

Ik was laatst op het strand in Vlieland. We waren met onze lemsteraak Roos naar de Wadden, zoals eigenlijk ieder jaar. Klik hier voor mijn eerdere blogs over het ‘eilandgevoel‘, de waddeneilanden en vooral Vlieland.

Wielspoor

Op het strand werd ik getroffen door dichtregels in het zand. Dichtregels! Ze  waren Vliehors-Vlieland 2moeilijk te lezen, omdat er voetstappen doorheen liepen – hoe kan het ook anders op het strand. Bij nadere bestudering zag ik dat de dichtregels zich herhaalden. Ze gingen eigenlijk alsmaar door. Ze behoorden tot een wielspoor! Kun je dat voorstellen? Het profiel van een band in de vorm van dichtregels!  Lees verder Dichtregels in het zand

Stadsgezicht Amsterdam

imageVlakbij het Centraal Station in Amsterdam sta ik op een prachtige lentedag, koud maar zonnig, uit te kijken op de Schreierstoren aan de Prins Hendrikkade.

Ik maak een foto van het stadsgezicht. We zien achter de Schrijerstoren de Sint Nicolaas Basiliek. Hij torent hoog boven de bebouwing uit. Daartussen staan de typisch zeventiende-eeuwse huizen, die we kennen van zoveel andere Hollandse steden, zoals Delft en Leiden en ook van de stadjes aan het IJsselmeer.  Lees verder Stadsgezicht Amsterdam

Eilandgevoel (deel 3 van 3): Avonturen

Al twee eerdere bloggen schreef ik over het eilandgevoel (zie de blog over het Eilandgevoel, deel 1 en 2 van 3). Het is echt iets bijzonders.
De vorige bloggen over dit onderwerp gingen over het eilandgevoel zelf en wat ik als kind op Vlieland had meegemaakt. Nu gaat het over de avonturen die ik er beleefde, vanuit de watersport en vooral op en rondom Vlieland.
Zo kwam ik met mijn vader, mijn oudere zus, Marianne en onze zeilboot vanuit Terschelling naar Vlieland gezeild en lagen er vervolgens enkele dagen verwaaid. Mijn moeder en jongere zus, Dorine, waren op Terschelling achtergebleven. Door de harde wind konden we niet meer terug. We hadden geen enkel contact meer. Dagenlang zou dat zo blijven. Het was 1966.
Jaren later beleefde ik vakantie op Vlieland met mijn eigen jonge gezin. We verbleven in het toen nog rustieke en romantische oorspronkelijke Strandhotel, inmiddels een modern conferentieoord. Het autovrije Vlieland is immers ideaal voor kinderen. Het was 1989.
Uiteindelijk kwam ik er met mijn eigen boot, een platbodem, zeer geschikt voor de Waddenzee. We beleefden door de jaren heen het ene na het andere spannende avontuur, zoals met harde wind niet de haven in kunnen, omdat hij vol was. Er was een ketting voor de ingang gespannen. We werden gedwongen op de rede van Oost-Vlieland aan lagerwal voor anker te gaan: geen pretje!
Of, toen we weer eens op de rede van Vlieland drooggevallen lagen, de wind opstak en, nadat het water was teruggekeerd, het anker begon te krabben en we midden in de nacht alsnog de haven moesten opzoeken om te vermijden dat we tegen de dijk zouden worden geslagen. De kinderen zaten met angstige gezichtjes in de kajuit. We hoorden de een vragen “zinken we?” “Nee”, zei een ander, “we zitten al op de bodem!”
Uren later, veilig in de haven langszij een visserschip, vierden we met een glaasje Schippersbitter om vier uur ’s nachts de goede afloop. Het was 2002.
En wat te denken van die keer dat we midden in de haveningang, bekend om z’n sterke stroming, een stootkussen verloren. Beschamend! Het stootkussen wel opgepikt natuurlijk.
Zo kan ik nog wel even doorgaan. Bijvoorbeeld, dat we bij vertrek uit de haven een kind bleken te zijn vergeten dat nog op de kade stond. Hij bleek ‘nog even naar de wc te zijn gegaan’! Het was 2005.

Eilandgevoel (deel 2 van 3): Vlieland

Het eilandgevoel heb ik al jaren. Ik schreef daar eerder ook al over (zie de blog over het Eilandgevoel, deel 1 van 3). Dat begon al toen ik zeven jaar oud was.

Ik ging samen met mijn twee jaar oudere zus, Marianne, op schoolkamp naar Vlieland. Met de bus over de Afsluitdijk naar Harlingen en vanaf daar met de veerboot naar het eiland. Zowel de busreis, de route over de Afsluitdijk, als de bootreis, staan mij nog helder voor de geest. Want ik vond het machtig spannend, de lange reis, voor het eerst zonder ouders, geen idee waar we heen zouden gaan. Er waren ook minder leuke kanten aan. Om dezelfde reden: voor het eerst zonder ouders. Ik was ook nog eens de jongste van het gezelschap. En zoals bekend, een jaar verschil op die leeftijd, voelt als een mensenleven.


We logeerden op Vlieland in de Vliehorst. 
De bus was geen luxe schoolreis touringcar maar een afgedankte lijnbus, je weet wel zo’n hele oude groene. Hij was veel te klein: we moesten uren met z’n drieën op een bankje voor twee personen zitten. Heel Noord-Holland door, geen snelweg te bekennen, dorpje na dorpje, zo realiseer ik me nu.


De Afsluitdijk was toen nog een gewoon dijkje met een smalle weg met van die klinkers erop, waar aan beide zijden de zee te zien was. Dat maakte het wel bijzonder: een weggetje met aan twee kanten de eindeloze, uitgestrekte zee. Ik had dat nog niet eerder meegemaakt. Ook was ik nog niet eerder op een schip geweest. Nu, na al die jaren, realiseer ik me dat het een hele kleine boot moet zijn geweest. Zie het fotootje. We voeren lange tijd gelijk op met de veerboot naar Terschelling. Op die veerboot stonden auto’s. Ik was diep onder de indruk: auto’s op een schip!

 
Van Vlieland zelf herinner ik me slechts een paar dingen. Het pittoreske dorpje met z’n gezellige bomen en winkeltjes.Ook het eindeloze strand.
 
Ook herinner ik me dat er zegge en schrijve slechts één auto op Vlieland stond. Een hele oude Volkswagen kever. Met zo’n heel klein gesplitst ovaal achteruitje. Hij stond naast de snackbar, waar ik voor het eerst van mijn leven zelf een zak frites van mijn zakgeld kocht: het kostte een kwartje.
 

Het eilandgevoel (1 van 3): wat is dat?

Ken je het eilandgevoel? Het eilandgevoel staat voor het bijzondere gevoel dat bijna iedere Nederlander overkomt op het moment dat hij of zij op een van de Waddeneilanden vaste voet aan wal zet. Het minst sterk is dit overigens het op Texel, want Texel is eigenlijk een extra stukje Noord-Holland. Vlieland, Terschelling, Ameland en Schiermonnikoog daarentegen genereren dit gevoel onmiskenbaar.


Wat maakt deze eilanden zo bijzonder? Wat is dit voor een gevoel? Is het omdat je er met een veerboot naar toe vaart? Het feit dus dat je op een eiland bent en er niet van af kunt? Of de geringe omvang van de eilanden? De mensen, de toeristen, het koelere en drogere weer, de duinen, de zeehonden? Of het onvermijdelijke vakantiegevoel? De gezellige, knusse, dorpjes? De markante vuurtorens, zoals de Vuurduin op Vlieland of de eeuwenoude Brandaris op Terschelling? Of al die schepen die voor de kust op bijvoorbeeld het Stortemelk zijn vergaan en waarbij de spannende reddingsverhalen en het jutten naderhand de overhand kregen?
Iedereen zal wel zo z’n eigen gevoelens hierover hebben.
Laten we eens naar Vlieland kijken. En neem nou eens de rol van de veerboot die van en naar dat eiland vaart. Die neemt een centrale plaats in. Als de boot aankomt, langs vaart of vertrekt – je hoort dat van verre want hij toetert – blijven de mensen die hem kunnen zien, even staan. Allemaal kijken ze. Het is een event. Iedereen hoort de scheepshoorn en zegt of denkt: de boot! Het is net als bij mensen die naar een opstijgende op neerdalende helikopter kijken. Altijd bijzonder, altijd weer spannend. Op Vlieland komt de veerboot slechts drie keer op een dag, in de winter zelfs maar eenmaal.

Het autovrije dorp Oost-Vlieland is niet meer dan één lange, smalle straat met daarin zijn eeuwenoude huizen. Dat maakt het een heel bijzonder dorp. De huizen hebben allemaal hun eigen roemruchte verhaal. Zoals het ‘Armenhuis’, nu een heel goed restaurant. Terschelling heeft dit soort straatjes ook, maar het is groter, rumoeriger en heeft ook andere dorpen.
Overigens vind ik Ameland wat saai, in de zin dat alles wat uit elkaar ligt en Schiermonnikoog (Schier), ook autovrij, heeft z’n bekende hotel Van der Werff, tegenover hotel Bensdorff, wat een verhaal apart is en waardoor veel mensen Schier in hun hart sluiten.

Ik denk dat iedere geregelde eilandbezoeker zijn eigen ranking voor de Waddeneilanden maakt. In mijn geval staat Vlieland bovenaan. Het heeft een plekje in mijn hart. Maar snel daar achteraan komt Terschelling, op de tweede plaats.