Eind augustus reisde ik naar Washington DC voor de ‘Celebration of Life’ van mijn overleden neef John (klik hier voor de blog over John). Na deze bijzondere bijeenkomst, reisde ik naar Atlanta, waar ik mijn echtgenote ophaalde om samen naar vrienden in South Carolina te gaan. Met een gehuurde Mustang Covertible reed ik in zuidelijke richting over de Blue Ridge Parkway.
Bergkam
De Blue Ridge Parkway is letterlijk een bergkam, een richel van de Blue Ridge Mountains, wat weer een deel van de Appalachen is. Het is een natuurgebied net als het noordelijker gelegen en aansluitende Shenandoah National Park. De hoogten variëren van zo’n zeshonderd meter tot tweeduizend.
Drie dagen
Ik begon aan mijn rit over de Blue Ridge Parkway vanuit het noorden, bij het stadje Waynesboro in Virginia. De lengte is zevenhonderdvijftig kilometer, dus vergelijkbaar met de afstand Utrecht – Basel. Ik wilde er drie dagen over doen. Mijn assistent, ChatGPT, had voor mij precies genoteerd waar ik het beste kon beginnen, waar te tanken, te eten en te overnachten.
Daar reed ik, helemaal alleen, de kap van de Mustang open, zonovergoten over de country roads van John Denver’s lied Take Me Home Country Roads. Als je de tekst hoort, begin die met ‘Almost heaven, West-Virginia, Blue Ridge Mountains, Shenandoah River’. En precies daar reed ik.
Vergezichten
Het was prachtig. Ik reed door bossen, langs weilanden, meren, watervallen, een enkele bezienswaardigheid zoals een oude molen. Ik genoot van adembenemende vergezichten aan beide kanten, de stilte was overweldigend met slechts een enkele ‘biker’, camper en soms ook voort ploegende fietser.
Halve tank
Ik stopte voor de nacht in de stadjes Roanoke, Blowing Rock en Cherokee. De laatste twee steden liggen in North Carolina. Het was mij aangeraden goed op het benzineniveau te letten ‘kom niet onder een halve tank’, wat een goed advies was, want langs de Parkway trof ik geen tankstations. En trouwens ook geen restaurants. Ik moest daarvoor even van de Parkway af, conform het advies van ChatGPT.
‘Helene’
Zo deed ik ook de stad Asheville aan, vijftig mijl noord van Cherokee, waar de Parkway in het zuiden eindigt. Asheville kwam op mij over als een bruisend stadje, met veel kunst en restaurants en met veel (oudere) hippies. Twee weken na mijn bezoek raasde de orkaan Helene over de stad en het gebied. Ik heb geluk gehad.