In de categorie Mijn werkzame Leven gaat de loopbaan verder. Eerdere blogs over mijn loopbaan gingen over mijn tijd bij Billiton, de MBA business school in Lausanne en wat ik daarvóór bij weegschalen fabrikant Van Berkel deed. Nu is het tijd voor de overstap naar Shell.
Shell
Inmiddels werkte ik zo’n vijf jaar bij Billiton, de metals sector van Shell, waarvan de laatste twee in Suriname. Ik wilde nu wel eens naar Shell. Bij dat bedrijf had ik immers in 1981 gesolliciteerd, de wereld van energie, olie en gas. Ik voelde mij bij het kleinere Billiton als een vrachtwagenchauffeur die zijn opleiding achter de rug had en stond te popelen om de weg op te gaan. Eindelijk in de vrachtwagen de weg op! Maar eerst werd ik – ik ga nog even in deze metafoor door – vijf jaar in een ondergeschikte divisie (Billiton) ondergebracht, namelijk die van de wat grotere bestelbusjes. Waar overigens niks mee mis was.
Genoten
Want ik genoot volop van mijn jaren bij Billiton, inclusief het buitenlandse avontuur in Suriname. Mijn opleiding kwam er ten volle tot zijn recht en net als bij Shell was het kleinere Billiton toch een heel groot bedrijf met omvangrijke investeringen en risico’s. Een wereld met daaraan buitenlandse kansen verbonden in alle uithoeken van de wereld. Zowel bij Billiton op het Centraal Kantoor in Den Haag aan het Louis Couperusplein en later in Leidschendam, als bij de werkmaatschappij Billiton Suriname, was ik als een vis in het water. Ik was 34, wist inmiddels redelijk wat ik kon (dacht ik) en waar ik goed in was (hmm). Niettemin wilde ik ‘de olie in’.
Carrière managen
Het is niet eenvoudig om op grote afstand vanuit een klein land als Suriname, je carrière te managen. Dat merkte ik toen ik bij de recruiters van Shell in Den Haag op de Carel van Bylandtlaan aangaf aan een nieuwe uitdaging toe te zijn en weer weg te willen uit Suriname. Als ze al wat deden, gooiden ze er met de pet naar, meende ik. Er kwamen geen nieuwe assignments door. Na lang aandringen, waarbij mij diverse malen te verstaan werd gegeven ’niet zo te pushen’, boden ze mij de positie van finance manager van de Shell Shops in Nederland aan. Standplaats Alphen aan den Rijn. Dat sprak, om het zachtjes uit te drukken, niet tot de verbeelding. Geen goede carrière stap. Dat begreep iedereen, vond ik.
Gaten vullen
Er moest een opengevallen gat gevuld worden. Ik had de indruk dat de recruiters vooral dáár mee bezig waren: gaten vullen. Ze hadden een plan: iemand in de wereld op een bepaalde post zou vervangen worden, op zijn beurt werd die weer door die en die vervangen. Zo plande men een hele cirkel aan vervangingen. Totdat de cirkel in duigen viel omdat er ergens in de wereld iemand eerder met pensioen ging of juist niet. Of iemand bleek niet te vertrekken of eerder, of binnen de desbetreffende werkmaatschappij werd iemand voor een openvallende post gevonden, enzovoort. Van het plan bleef niet meer over dan gaten te vullen.
Spel
Dus weigerde ik. Dat moet je niet al te vaak doen. Het spel met de recruiters is een ragfijn spel. Niet te vaak weigeren, dat is niet verstandig. Bij voorkeur helemaal niet. De recruiter wees mij op een grote ladenkast in zijn kantoor.
‘Daar zitten de mensen in’, zei hij, ‘waar je nooit wat van hoort. Die doe gewoon hun werk. Op hen moeten wij letten. Niet op jou, mensen die voor zichzelf opkomen.’ Hij zei nog net niet ’te veel’.
Ik begreep dat ik een toontje lager moest gaan zingen. Maar was ik dat ook van plan?
Na veel heen en weer gepraat en vooral geschreven, kwam ik uiteindelijk bij Shell Nederland in Rotterdam aan het Hofplein terecht. Ik werd hoofd Economisch Bureau en Deputy Controller.
Economisch Bureau
Nou zul je zeggen, dat is niet mis. Ik vond van wel. Om verschillende redenen. Deze redenen komen allemaal aan bod, hierna of in volgende blogs. Eén reden in ieder geval was dat er teveel van deze Economische Bureaus in Rotterdam waren. Er waren er maar liefst drie! Ze deden allemaal hetzelfde.
Ik kwam terecht bij een onderdeel van Shell Nederland Verkoopmaatschappij, sectie Supply Oil. Deze sectie kocht ruwe olie aan en verzorgde de verkoop van olieproducten, zoals benzine, kerosine, diesel, stookolie, enzovoort. Daar tussenin zat de raffinaderij in Pernis die van de ruwe olie de olieproducten vervaardigde. Dat was een geheel andere organisatie. Met ook weer een eigen Economisch Bureau!
Mijn afdeling was onderdeel van de financiële organisatie en moest allerlei verstandige dingen zeggen en schrijven en analyses maken over de processen en financiën. Ook daarover in een volgende blog meer.
Oeps!
Op het moment dat ik mijn voet over de drempel van het gebouw aan het Hofplein zette, voelde ik het meteen:
‘Ik heb een vergissing gemaakt. Hier hoor ik niet!’
Oeps!
Te laat, ik had de baan al aangenomen. Op korte termijn was er geen weg meer terug. Ik kan er achteraf niet omheen, vanaf dag één in Rotterdam, ging ik, behalve aan mijn werk, ook aan de slag met ‘om mij heen te kijken’.
Maffia
Afgezien van het verkeerde gevoel, waren er ook andere, aanwijsbare dingen mis met mijn keuze. Zo moest ik weer opnieuw beginnen met het opbouwen van een netwerk. Binnen Billiton stond dat netwerk inmiddels als een huis. Carrière technisch bleek het belangrijk dat ik in Suriname had gezeten. Ik behoorde tot de ‘Suriname-maffia’, zoals dat heette. Maar binnen Shell had ik geen netwerk en de uitzending naar Suriname had geen enkele waarde. Sterker, men keek er op neer. Over Billiton in zijn algemeenheid deed men binnen Shell neerbuigend en niet alleen omdat het zoveel verlies maakte. Dat wisten de meeste collega’s niet eens. Olie, gas en vooruit, chemie, daar ging het om, de rest was bijzaak. Had ik voor een succesvolle carrière binnen Billiton het netwerk in handen én de juiste uitzending op mijn naam staan, binnen Shell bleek dat allemaal van geen enkele waarde. Ik kon opnieuw beginnen.
Straf
Wat Suriname was voor succes bij Billiton, was binnen Shell een uitzending naar Nigeria. Carrière-technisch was zo’n uitzending dé behulpzame factor. Een uitzending naar Nigera was ik na mijn ervaring in Suriname, bepaald niet meer van plan. Wat ik ook niet van plan was, maar wat je carrière wel kon helpen, was een assignment bij de NAM in Drente. Hoewel de NAM ook door sommigen als een straf werd gezien: ‘pas jij maar op, anders word je naar Assen gestuurd.’