In de categorie Mijn werkzame Leven gaat mijn loopbaan verder. Eerdere blogs gingen over mijn tijd bij Shell/ Billiton (1982 – 1987), de MBA business school IMD in Lausanne (1981). Daarvoor over weegschalen fabrikant Van Berkel (1978 – 1980). Nu is het tijd voor deel 4 van mijn periode bij Shell.
Niet zo gelukkig
Mijn periode bij Shell Nederland besloeg het grootste deel van de jaren tachtig. De ‘muur’ was nog niet gevallen, Reagan, Thatcher én Gorbatjov maakten de dienst uit in de wereld (en, vooruit, ook Mitterand. En als ik Mitterand noem kan ik ook niet om Helmut Kohl heen en onze eigen Ruud Lubbers. Allemaal jaren tachtig).
Mijn tijd bij Shell Nederland was een niet zo gelukkige, in meerdere opzichten, ik blogde er al eerder over. Zo vertelde ik dat ik door mijn stap, na vijf jaar Billiton, terug naar Shell mijn Billiton netwerk kwijt was, weer met schoolverlaters aan de slag moest, er teveel Economische Bureaus in de Shell toren aan het Hofplein in Rotterdam actief waren en nog een paar zaken. Het beviel mij allerminst. Dus begon ik ‘om mij heen te kijken’.
Eerst iets over het werk op de afdeling zelf. Er werd immers ondanks alles ook gewoon gewerkt.
Exposure
We werkten onder meer aan het berekenen van de bruto marge. Een maandelijks terugkerende taak. Met veel bombarie waren er kort voordat ik mijn intrede aan het Hofplein deed, zogeheten ‘exposure’ berekeningen in het leven geroepen. Hierbij berekende men de marge op een andere manier. Anders dan met de gangbare, door de accountant geaccordeerde, administratieve methode. Deze gangbare methode hield kortweg in dat de marge werd berekend door verkopen te corrigeren voor aankopen met daarin de waarde van de voorraden verwerkt.
Goede bedoelingen
Meteen na binnenkomst leerde ik hoe deze ’exposure’ berekeningen te doorgronden. De bedoelingen waren goed. Binnen de divisie Supply Oil, waar ik werkzaam was en waar ruwe olie werd aangekocht en olieproducten zoals benzine, gasoline, kerosine en stookolie werden verkocht, wilde men erachter komen welke risico’s men liep en wilde die vervolgens in cijfers uitdrukken. De ‘exposure’ berekeningen waren dan ook daarop gericht. Meer toekomstgericht zou je kunnen zeggen. De administratieve berekening, gebaseerd op de zogeheten generally accepted accounting principles (GAAP), voorzag per definitie niet in risico’s, omdat het terugblikt. De risico’s in de berekening betrekken was een loflijk streven. Het is immers verstandig je risico’s te kennen. Denk aan het dollar risico dat ik in de vorige blog (Shell 3) toelichtte en waarin mijn afdeling bij het in kaart brengen en oplossen een grote rol speelde.
Misbruik
Van de buitengewoon ingewikkelde berekeningen begrepen slechts enkelen hoe ze tot stand kwamen. Veel wiskundige formules. Ik had geleerd dat formules iets zijn voor ‘in de bijlage’. Als je iets niet in woorden kunt uitleggen, gebruik het dan niet. Wiskundige formules in je tekst of presentatie laat je lezer, kijker en management onwetend achter, men voelt zich al gauw dom, durft geen vragen te stellen aan de zich superieur presenterende schrijver/presentator. Het gevolg, onbegrip en wantrouwen. Daar kwam bij dat controle op de berekening nauwelijks mogelijk was. Het gevolg van al het onuitgesproken onbegrip was dat de handelaren de uitkomsten naar eigen inzicht gingen gebruiken en dus ook misbruiken. Waren de resultaten op basis van de administratieve marge berekening naar hun oordeel goed, dan toonde men graag deze uitkomsten. Bevielen die uitkomsten niet, dan haalde men de de nieuwe, toekomstgerichte methode van stal en deze zorgde voor wel een goed resultaat.
Manipulatief
U begrijpt het al, nadruk leggen op de generally accepted accounting principles, op de GAAP dus, maakte het leven met onze collega’s van de handel er niet eenvoudiger op. De nieuwe margeberekening werd al snel als een pronkstuk van moderniteit en innovatie gezien. Dus ook de onwetenden, van hoog tot laag, verklaarden al snel de nieuwe methodiek heilig en omarmde hem.
Op de financiële afdeling wisten we beter: het was een een manipulatief instrument, te gebruiken al naar gelang het uitkwam.
Ook al konden we niet verhinderen dat men de boel intern manipuleerde en presenteerde, wat we met geduld en soms ergernis aanhoorden en -zagen, er gold wat ons betreft maar één waarheid en dat was die van de geldende GAAP. Dat was waar je qua cijfers aan had te houden en mee naar buiten kon treden. En niets anders.
Enfin, het droeg bij aan mijn al bestaande wens: vertrekken. Dat vertrek komt in de volgende en laatste blog over mijn periode bij Shell aan de orde.