Over mijn werkzame tijd bij Van Berkel heb ik een vier blogs geschreven en gepost. Allemaal in de categorie ‘Mijn Werkzame Leven’. Prima bijdragen aan een autobiografie te zijner tijd. Ik had al eerdere stukken over Van Berkel geschreven, ook die zijn lijkt mij interessant om daarin op te nemen. Ze zullen de de meer feitelijke paragrafen verlevendigen, zo verwacht ik.
De logische vervolgvraag na afronding van deze periode bij Van Berkel is, wat ik ervan heb geleerd, waar het toe heeft geleid. Kortom, wat zijn de observaties?
Serieuze baan
Toen ik tussen mijn 25 en 27ste, tweeëneenhalf jaar bij Van Berkel werkzaam was, waren er mensen in mijn privé omgeving die deze baan niet serieus namen. Zo merkte iemand op (ik weet nog precies wie het was en waar hij het zei) , dat dat werken bij Van Berkel toch niet echt serieus genomen kon worden. Werd het niet tijd om om te zien naar een echte baan? Ik stond versteld! Hoe was het mogelijk dat iemand onwetend van wat het behelsde zoiets arrogants over mijn werk en bedrijf kon zeggen. Van Berkel was een gerenommeerd en beursgenoteerd bedrijf, een kwaliteitsnaam. En belangrijker, ik was trainee en mij er dus aan het ontwikkelen! Dat had ook bij een koekjesfabriek gekund, dat maakte voor mijn ontwikkeling niet uit, zodra je er zit en je bent eager, ben je serieus en bovendien lekker bezig. De opmerking intensiveerde mijn wens me helemaal in dit bedrijf onder te dompelen.
Vóór je 35ste…
Ik reageerde ontwijkend, zo iets van ‘laat maar’. Een typische reactie voor mij. Het is nooit meer goed gekomen tussen hem en mij, ook al beseft hij dat vermoedelijk niet. Toen ik een aantal jaren later bij Shell werkte – in zijn ogen ongetwijfeld wel een serieus bedrijf – kwam hij niet naar me toe om te zeggen dat ik tot zijn genoegen naar hem had geluisterd (quod non) en nu in zijn ogen wél een serieuze baan had gevonden. Mijn werk bij Van Berkel wás serieus, in die zin, dat ik, als gezegd, er veel leerde en mij ontwikkelde. Precies dat was, herinner ik me, voor mij op dat moment het belangrijkste: voor mijn 35ste kon ik bij elk bedrijf werken, zolang ik me daar maar kon ontwikkelen. Later gaf ik deze wijsheid door aan jongere generaties, waaronder mijn kinderen.
Too little too late
Enfin, ik schreef al dat ik ondervond dat ik niets kon, niets wist en bij tijd en wijle niets deed. Maar ik kon wel waarnemen en ervaren hoe een goed bedrijf naar de knoppen kan gaan. Door het ontkennen, het niet (bijtijds) inzien en/of eenvoudigweg niet in staat zijn te reageren en (bij) te sturen op vooral technologische veranderingen in de desbetreffende markt, of in aanpalende markten. Ik ervoer de zelfgenoegzaamheid, het conservatisme, de conventies, zo niet tradities en hoe die veranderingen in de weg staan, ondanks alle goede bedoelingen van het management. Als er al veranderingen en aanpassingen werden ingezet, was het meestal ‘too little too late’. Zo goed als nu kon ik dat destijds niet verwoorden, maar de ervaring zat inmiddels in mij en kon ik later daar waar nodig moeiteloos ‘oproepen’.
Sociale structuren
Ik leerde sociale structuren zoals het bestaan van blue collar/white collar te doorgronden. Ook beleefde ik voor mij nieuwe maatschappelijke verhoudingen, die ik door mijn beschermde opvoeding niet eerder was tegen gekomen. Zo was er een voorval, waarbij ik bij de koffiemachine met het hoofd van een afdeling nietsvermoedend een discussie over politiek voerde. Een typisch ‘bij de koffiemachine‘ gesprek. De discussie eindigde met zijn opmerking dat wat ik op dat moment van het onderwerp vond: “…te maken had met waar je wieg heeft gestaan’. Met andere woorden, je afkomst. Hij zette mij daarmee volledig op mijn plaats. Nooit meer vergeten. Want ik was inderdaad en ben nog steeds, bevoorrecht.
Gratis koffie
Overigens stond de koffiemachine In een gang tussen kantoor en de fabriek. Aanvankelijk was de koffie gratis. Daardoor drukte iedereen die op weg naar of van de fabriek was, tijdens het langslopen ’pats’ op de knop. Alles overstroomde! Na enige tijd, was koffie alleen nog maar te verkrijgen door een gratis muntje in de machine te werpen. Ze werden op maandagochtend per afdeling en gelimiteerd uitgedeeld. Opgelost! Leerzaam was ook dit: gratis werkt niet.
Weer onderaan beginnen
Ik leerde dat ik weer onderaan begon. Net als op school. Zo werd ik van tijd tot tijd als een echte loopjongen met een oude bestelauto, een Simca 1000, er op uitgestuurd om spoedleveringen van bijvoorbeeld gerepareerde weegschalen bij slagers, bakkers en supermarkten af te leveren. Ik reed het hele land door. Ik vond dat eigenlijk best leuk. Waar ik toen echter wel moeite mee had, was dat er dus kennelijk mensen in het bedrijf rondliepen die vonden dat mijn werk gemakkelijk voor dit soort klussen onderbroken kon worden. Waar ze achteraf gezien natuurlijk volkomen gelijk in hadden. Dit soort ervaringen en voorvallen hebben mij gevormd. Het is goed voor je om daadwerkelijk in alle lagen van een bedrijf te werken en die te beleven, voordat je de stap naar de top kunt zetten om daar succesvol te kunnen zijn. Consultants en politici slaan deze ervaring geregeld over.
Verantwoordelijkheden, geen bevoegdheden
Hoe een bedrijf werkt, dat leerde ik dus. Organisatie structuur, hiërarchie, formeel en informeel gezag, relationele verhoudingen, vriendschappen. Hoe krijg je iets voor elkaar, zonder bevoegdheden. Product managers hebben grote verantwoordelijkheden, maar weinig bevoegdheden. Hoe zorg je ervoor dat je je doelen desondanks haalt. Werken ‘op de relatie’. Bij mij speelde dat ook, ook ik had geen formeel gezag. Dingen voor elkaar krijgen, dat is de kunst.
‘Window to the world’
Dwars door alles heen liep mijn wens om naar het buitenland te gaan. Dat kleurde mijn beslissingen over wat verder te ondernemen, in de periode ná Van Berkel. Op de afdeling Export rook ik aan dat lonkende buitenland. De business school werd mede door dit ‘lonken’ de op stap naar de oplossing. Het was in het buitenland, ik zou dingen leren, business skills verkrijgen, mijn Engels zou drastisch verbeteren, kortom, het zou een overduidelijke vergroting van mijn ‘window to the world’ gaan worden.